Beschrijving
Armband parel hart sluiting.
Armband met zoetwaterparel en een roestvrijstalen hartvormige sluiting.
Deze armband is niet verstelbaar.
Armband parel hart sluiting.
Maat : 18cm
Kleur : Goud
Materiaal : Stainless Steel
Untermaterial : Parels
Gewicht : 11.10g
Zoetwaterparels zijn echte parels gemaakt door weekdieren die gekweekt worden in zoet water meren. Zoetwaterparels kunnen elke vorm hebben: van zeldzame ronde vormen tot ongelijk barokke vormen. Het kleurpalet van deze parel gaat van natuurlijk wit tot alle kleuren tussen roze en purper.
Parels vormen zich in oesterachtige zeemossels, enkele soorten zoetwatermossels en soms ook in slakken. Geschat wordt dat in 1 op de 15 000 wilde oesters een parel zit. Ze ontstaan als reactie op binnengedrongen vreemde delen tussen de schelp en de mantel of zelfs in het inwendige van de mantel. De buitenhuid van de mantel, het mantelepitheel, dat gewoonlijk parelmoer vormt aan de binnenzijde van de schelp, omsluit ook binnengedrongen vreemde voorwerpen. Uit deze kapsels ontstaat de parel. Als de parel op de binnenkant van de schelp groeit, dan moet ze uit de wand worden gezaagd. De vorm is dan slechts halfkogelvormig. Deze parels heten ‘blisters’, Engels voor huidblaasje of schaalparel. Soms wordt er ook iets tegen de schelp ingebracht als een soort van kern (heel vroeger was dit zelfs in de vorm van boeddhabeeldjes). Het weekdier omvat dit met zijn paarlemoer. Wanneer deze blisterparel dan geoogst wordt snijden ze hem uit de schelp. De kern wordt verwijderd en het resterende opgevuld met een harde stof. Hierna wordt de achterkant gedicht met een stuk schelp. Deze bewerkte blisterparel noemt men een mabéparel en zo was het eerste kweekproces van zoetwaterparels reeds ontstaan in de 13de eeuw in China.
De meeste parels worden gekweekt. In de natuur komen ze voor in Sri Lanka, Zuid-India (Golf van Mannar), de Perzische Golf, Saoedi-Arabië, Iran, Oman. Pareloesters groeien op Tahiti en voor de kusten van Japan, Mexico, Panama en Californië. De pareloester Pinctada maxima heeft een diameter van 30 cm en weegt 5,5 kilogram. Hij komt voor langs de kusten van Noord- en West Australië. De grootste pareloester is Tridacna gigas, met een diameter van een meter en een gewicht van 225 kilogram. Minder bekend zijn de zoetwateroesters uit de Mississippi en de historische vindplaatsen in Duitsland, Bohemen en het Russische Noorden.
Voor een gekweekte zoutwaterparel wordt in een parelkwekerij een korreltje parelmoer in een oester gelegd. Na twee jaar of langer is een parel ontstaan die geoogst kan worden. Deze teeltwijze is door de Japanner Kokichi Mikimoto ontwikkeld en in 1896 gepatenteerd. Bij de zoetwaterparels wordt er geen parelmoer maar mantelweefsel ingebracht, deze worden dus zonder kern gekweekt. Het mantelweefsel lost op waardoor gekweekte zoetwaterparels geheel van parelmoer zijn.
Sierwaarde
De sierwaarde van een parel hangt af van zeven factoren, de glans, vorm, kleur, grootte, perfectie en symmetrie en structuur van het parelmoer, waarbij de glans of luster het belangrijkste is. Daarom kan een kleine parel meer waard zijn dan een grote parel. Perfect ronde parels zijn zeldzaam. Een parel met een zeldzame kleur is ook kostbaarder. Vaak wordt ten onrechte gedacht dat de donkere, Tahitiaanse parels duurder zijn dan witte Japanse of Australische parels. In vergelijking met dezelfde maat en kwaliteit zijn ze echter even kostbaar. Het is wel zo dat de Tahitiaanse parels meestal groter zijn en daardoor lijken ze duurder. De gekweekte Tahitiaanse parels hebben een minimum grootte van ongeveer 7 mm en gaan tot 15 mm. Er zijn zeldzame exemplaren die nog groter zijn. De Japanse zoutwatercultuurparels starten vanaf ongeveer 2 mm en gaan tot ongeveer 11 mm.
Doorgaans is de parel licht van kleur (zoetwaterparels hebben wit en alle mogelijke roze tinten), maar er zijn er ook met een donkere kleur, zwarte parels. Dit zijn Tahiti Parels. Deze worden door de zwartkleppige pareloester Pinctada margaritifera, die in de Grote Oceaan leeft, gevormd door de afzetting van een grijze tot zwarte parelmoerstof. Alle andere zwarte parels zijn kunstmatig op kleur gebracht. Sinds 1963 worden deze oesters gekweekt. Jonge nog vrijlevende oesterlarven worden gevangen en opgekweekt op mosselgaas. Na drie jaar wordt in de dan volwassen oester een parelmoerkorreltje ingebracht, waarna het nog twee tot drie jaar duurt voordat te zien is of er een parel gevormd wordt.